
Boven de deur prijkt balkon dat de toren een eigen karakter geeft, terwijl spitsboogvormige ramen de gotische sfeer benadrukken. Rechts van de toren ontvouwt zich het eigenlijke woonhuis, gekenmerkt door een robuuste trapgevel die de hoogte en historie van het pand accentueert. De façade straalt vergankelijkheid uit, in harmonie met het historische karakter. Links van het huis staat een eenvoudig metalen hek, dat de toegang tot een tuin of achterliggend terrein suggereert. Achter het hek rijzen bomen op, hun kruinen vormend tegen de blauwe lucht, waarmee ze een natuurlijke omlijsting van het gebouw creëren.
Het geheel ademt rust en stilte, alsof de tijd hier even stil is blijven staan. Het kunstwerk vangt een moment van verstilde schoonheid, waarin verleden en heden naadloos samensmelten.