
Centraal in het beeld staat een brede houten tafel, bedekt met een diep paars kleed dat rijk contrasteert met de stenen vloer. Op de tafel staan twee slanke kandelaars, symmetrisch geplaatst, die verwijzen naar rituele functies en liturgische tradities. Op de voorgrond trekt een gedetailleerde koperen kaarsenhouder de aandacht; het object schittert subtiel in het invallende licht, waarbij elk ornament met uiterste precisie is weergegeven.
Langs de wanden staan eenvoudige houten stoelen, in een sobere opstelling die uitnodigt tot contemplatie. Hun plaatsing benadrukt de open ruimte en leidt de blik als vanzelf naar het altaargebied. De artistieke stijl balanceert tussen realisme en sfeerschepping: het spel van licht en schaduw, de textuur van materialen en de stille harmonie brengen een gevoel van tijdloosheid over.
Pieterskerk nodigt de toeschouwer uit tot reflectie en bewondering. Het digitale medium wordt hier op meesterlijke wijze ingezet om erfgoed en spiritualiteit te verenigen in één beeld.