
Aan weerszijden van het gebouw verrijzen twee slanke torens, elk bekroond met een wapperende Utrechtse vlag, die de lokale trots en verbondenheid met de stad onderstrepen. Op de voorgrond staat een grote bloemenbak vol kleurrijke bloemen, die een zacht, levendig contrast vormen met de strakke lijnen van de architectuur. Achter deze bloemenbak strekt zich een opvallende constructie uit die naar de ingang leidt; het heeft iets weg van een kale pergola, met open spanten die een ritmisch spel van lijnen en schaduwen creëren. Deze structuur voegt een abstract element toe aan het geheel, alsof het een brug vormt tussen het verleden en het heden.
Het kunstwerk vangt zowel de industriële kracht als de nostalgische sfeer van het gebouw, en weet door de compositie en details een gevoel van trots, herinnering en architectonische schoonheid over te brengen.