
Op de voorgrond staan lage flats, weergegeven in vereenvoudigde, geometrische vormen, met donkere ramen die getuigen van de rust van een slapende stad. Twee moderne lantaarnpalen werpen een zacht, diffuus licht over de gebouwen en het gras, waardoor delen van de gevels subtiel oplichten met egale, lichtere tinten. Dit spel van licht en donker creëert een gevoel van geborgenheid te midden van de uitgestrekte nacht.
Achter deze lage flats torent de iconische hoge IBB-flat op, herkenbaar aan haar markante silhouet. De flat is eveneens gestileerd, met minimalistische lijnen en vlakken, maar met een bijzonder detail: de verlichte trappenhuizen die als verticale lichtbanen door het gebouw snijden. Deze heldere stroken doorbreken de donkere façade en geven een indruk van beweging en leven, ondanks de algemene stilte. In één enkel raam brandt nog licht: een klein, warm vierkantje dat een menselijk verhaal suggereert, een laatste wakkere ziel in de nacht.
“IBB in de nacht” vangt op poëtische wijze het contrast tussen stedelijke grootsheid en persoonlijke intimiteit, en roept een sfeer op van rust, reflectie en eenzaamheid in het hart van de nachtelijke stad.