
Centraal in het beeld staan twee karakteristieke voorgevels van oude huizen, met hun eenvoudige maar sierlijke architectuur. De gevels zijn authentiek, met subtiele details die de ouderdom en geschiedenis suggereren. De ramen zijn voorzien van openstaande luiken, die een uitnodigende maar ook kwetsbare sfeer oproepen. Achter de ramen van het linker huis schijnt warm, geelachtig licht, wat een gevoel van leven en bewoning oproept, ondanks de afwezigheid van menselijke figuren.
Opvallend aan het linker huis is de wapensteen, prominent zichtbaar naast de de deur, huisnummer 14. Deze steen, uit 1749, draagt een inscriptie ter ere van Iohan Breyer, de weldoener die zijn naam aan de woningen gaf. De steen is kunstig weergegeven, met zorgvuldig nagebootste gravures en een verweerde uitstraling, alsof hij de tand des tijds trotseert.
Het kleurpalet van het kunstwerk is beheerst, met koele blauwtinten van deuren en luiken die worden aangevuld door het warme binnenlicht en het zachte maanlicht. Deze contrasten versterken de serene, bijna poëtische sfeer van de voorstelling, waarin verleden en heden op subtiele wijze samensmelten.