
Hoewel de kathedraal zelf een serene, haast plechtige rust uitstraalt, contrasteert deze stilte met de energie die net buiten beeld voelbaar is. Op het plein, buiten de rand van het kunstwerk, woelt en stampt de drukte van een jazzfestival: Duketown bruist. De opzwepende ritmes en improviserende blazers lijken als een onzichtbare golf tegen de oude muren te slaan, zonder ze werkelijk te raken. Je voelt de puls van de muziek bijna trillen in de stenen, terwijl de kathedraal onverstoorbaar blijft, hoog boven het feestgedruis.
Het kunstwerk vangt dit spanningsveld: de verstilde schoonheid van het historische gebouw tegenover de levendige, moderne stad eromheen. Het beeld lijkt je uit te nodigen om even stil te staan, omhoog te kijken, en de tijdloze aanwezigheid van de kathedraal te ervaren – een baken van rust in een stad die nooit stilstaat.