
Het aanrecht is van massief grijs steen, dof geworden door jaren van gebruik. Op het aanrecht staat een stevige snijbonenmolen. Een slagroomklopper, waarin sporen van slagroom achtergebleven zijn, staat ernaast.
Tegen de muur is een witte geiser bevestigd, met robuuste metalen leidingen en witte knoppen. Onder de geiser bevindt zich de spoelbak, met een zeepklopperl erin. Borden en een beker wachten in het rek ernaast. In de hoek van het aanrecht staat een groen petroliumstelletje, klein maar functioneel, met een pan erop waarvan je bijna het sudderen kunt horen.
Aan de wand boven het aanrecht hangen metalen lepels en een theedoek aan een eenvoudig rek. Het geheel ademt een sfeer van rust en degelijkheid. Dit digitale kunstwerk weet op treffende wijze de ziel van een alledaagse, maar liefdevol gebruikte keuken uit de jaren ’50 vast te leggen