
Naast deze panden opent zich de smalle straat Achter de Dom, een uitnodigende doorgang die diepte aan het beeld geeft. Rechts van deze straat staat een groot pand in de schaduw, gehuld in koelere, donkere tinten die een contrast vormen met de zonovergoten linkerzijde. Het gebouw suggereert massa en zwaarte, maar blijft eenvoudig in detail, in lijn met de stripstijl.
Achterin rijst de imposante Domtoren op, zijn silhouet strak en gestileerd getekend tegen de blauwe hemel. Naast de toren is de Domkerk zichtbaar, eveneens vereenvoudigd, met nadruk op haar kenmerkende vormen en lijnen. Het geheel ademt een kalme, bijna tijdloze sfeer, waarin architectuur en kleur samenkomen in een harmonieus, grafisch beeld. Door de afwezigheid van mensen krijgt de omgeving iets verstilds, als een momentopname van een zomerse ochtend in Utrecht.